DA/e Simple Dutch Examination Test B1 Level Please read the following information carefully. Please enter your real name in the Voornaam en Achternaam boxes before you start. This name will be automatically added to your digital certificate! You can not change it later. Please take note, you can take this test only one time! Warning! Do not close your browser before you finish your test! Testing & Certification If you like to receive our certificate, you will need to take our online end test. You can take this test only one time. Your certificate will be automatically generated by our system directly after you complete the test. Your certificate will be provided to you by email. We provide only digital certificates. Please take note, you will receive your certificate only one time. The end test should be taken at the end of your course according to our course planning. If you do not follow our planning and take the test too early, you will not have another chance to retake the test and will not receive any other certificate. If you like to take the test again, you have to book our private lessons or take the same course again. Please read our Terms and Conditions.1. Kies de juiste conjunctie.Ik kan niet werken ..... ik ben ziek. want omdat toen dus als zoals2. Kies de juiste conjunctie.Ik kan niet werken ..... ik ziek ben. als omdat want dus zoals toen3. Kies de juiste conjunctie.Ik kan al 2 uur niet slapen ..... ik ben verliefd. toen dus zoals want omdat als4. Kies de juiste conjunctie.Ik kan al 2 uur niet slapen ..... ik verliefd ben. dus toen omdat want als zoals5. Welke zin is correct? Ik maak mijn huiswerk vanavond wanneer ik heb tijd. Ik maak mijn huiswerk vanavond omdat ik heb tijd. Ik maak mijn huiswerk vanavond als ik tijd heb. Ik maak mijn huiswerk vanavond want ik tijd heb.6. Welke zin is correct? Ik kijk tv, terwijl jij eet maken. Ik kijk tv, terwijl jij eten maakt. Ik kijk tv, terwijl jij eten maken. Ik kijk tv, waardoor jij eten maakt. Ik kijk tv, opdat jij eten maakt.7. Welke zin is correct? Ik leerde al Nederlands sinds ik met een cursus begin. Ik leerde al Nederlands toen ik met een cursus begon. Ik leerde al Nederlands toen begon ik met een cursus. Ik leerde al Nederlands sinds ik met een cursus beginnen.8. Welke zin is correct? Ik kom bij uw bedrijf werken, als ik een goed salaris krijg. Ik kom bij uw bedrijf werken, mits ik krijgen een goed salaris zal. Ik kom bij uw bedrijf werken, indien ik een goed salaris krijgt. Ik kom bij uw bedrijf werken wanneer ik een goed salaris krijgen. Ik kom bij uw bedrijf werken omdat ik krijg een goed salaris. Ik kom bij uw bedrijf werken, tenzij ik krijg een goed salaris.9. Welke zin is correct? Ik maak altijd soep, mits mijn moeder het altijd deed. Ik maak altijd soep, hoewel mijn moeder het altijd deed. Ik maak altijd soep, ofschoon mijn moeder het altijd doet. Ik maak altijd soep zoals mijn moeder het altijd deed.10. Welke zin is correct? Mijn baas is nu al tevreden met mij, hoewel ik nog niet veel gedaan heb. Mijn baas is nu al tevreden met mij, maar ik nog niet veel gedaan heb. Mijn baas is nu al tevreden met mij, hoewel ik heb nog niet veel gedaan. Mijn baas is nu al tevreden met mij, maar heb ik nog niet veel gedaan.11. Welke zin is correct? Ik maak soep wanneer mijn vriendin snijdt de groente. Ik maak soep wanneer snijdt mijn vriendin de groente. Ik maak soep terwijl mijn vriendin de groente snijdt. Ik maak soep en mijn vriendin de groente snijdt.12. Kies de juiste conjuncties...... ik verliefd ben, kan ik niet werken. Omdat, sinds, want, wanneer Omdat, sinds, wanneer, als Opdat, sinds, wanneer, omdat Omdat, sinds, wanneer, toen Sinds, omdat, dus, wanneer13. Kies de juiste conjuncties...... ik een nieuwe baan heb, heb ik weinig tijd. Omdat, sinds, wanneer, toen Sinds, omdat, dus, wanneer Opdat, sinds, wanneer, omdat Omdat, sinds, doordat, als Omdat, sinds, want, wanneer14. Kies de juiste conjuncties. ..... ik een groot salaris krijg, koop ik een nieuwe auto. Omdat, sinds, want, wanneer Opdat, sinds, wanneer, omdat Omdat, sinds, wanneer, toen Sinds, omdat, dus, wanneer Omdat, als, wanneer, zodra15. Kies de juiste conjuncties. ......wij op het werk vrij krijgen, gaan wij op vakantie. Omdat, sinds, wanneer, toen Omdat, zodra, als, wanneer Sinds, omdat, dus, wanneer Omdat, sinds, want, wanneer Opdat, sinds, wanneer, omdat16. Zet deze zin in de indirecte rede.Philippe: ‘Dit is een goed boek.’ Philippe zegt dit dat een goed boek is Philippe zegt dit een goed boek is Philippe zegt dat dit een goed boek is Philippe zegt dit is een goed boek Philippe zegt dit dat goed boek is Philippe zegt dat dit is een goed boek17. Zet deze zin in de indirecte rede. Ik: ‘Ik kan in het weekeind niet werken.’ Ik heb gezegd dat ik niet kan in het weekeind niet werken. Ik heb gezegd Ik dat in het weekeind niet kan werken. Ik heb gezegd Ik in het weekeind niet werken kan. Ik heb gezegd Ik werken in het weekeind niet kan. Ik heb gezegd dat ik in het weekeind niet kan werken. Ik heb gezegd Ik kan in het weekeind niet werken.18. Zet deze zin in de indirecte rede.Peter: ‘Hoe vaak gebruik je Google?’ Peter vraagt hoe vaak je Google gebruikt? Peter vraagt hoe vaak je Google gebruik? Peter vraagt hoe vaak gebruik je Google? Peter vraagt dat hoe vaak je Google gebruikt? Peter vraagt hoe vaak je Google gebruiken?19. Zet deze zin in de indirecte rede. Anna: ‘Komt Anton te laat?’ Anna vraagt of Anton te laat komt. Anna vraagt of Anton komt te laat. Anna vraagt wat Anton te laat komt. Anna vraagt dit Anton te laat komt. Anna vraagt of Anton te laat komen. Anna vraagt dat Anton te laat komt. Anna vraagt of Anton te laat kom.20. Zet deze zin in de indirecte rede. Ik: ‘Mag ik iets vertellen? Ik heb gevraagd of ik iets mocht vertellen. Ik heb gevraagd wat ik iets mocht vertellen. Ik heb gevraagd of ik mocht iets vertellen. Ik heb gevraagd dat ik iets mocht vertellen. Ik heb gevraagd of ik mag iets vertellen.21. Welke bijzin is correct? Als ik rijk zou zijn, ............. zou ik stop met werken. ik stop met werken. zou ik stoppen met werken. stop ik werken. zouden ik stop met werken.22. Welke bijzin is correct? Als ik veel geld zou hebben, .......... zouden ik stop doen. werk ik niet meer. zou ik stoppen werken. dan werk ik niet hoeven. heb ik stoppen met werken. stopte ik met werken.23. Welke bijzin is correct? Als mijn ouders rijk waren, ............. hoef ik niet meer te werken. zou ik niet hoeven te werken. dan zouden ik niet hoef te werken. zoud ik niet hoeven te werken.24. Welke bijzin is correct? Als ik rijke ouders zou hebben, ............. hoefde ik niet te werken. hoef ik niet te werken. zoud ik niet hoeven te werken. zou ik niet hoef te werken. zouden ik hoeft niet te werken. dan geen werk meer.25. Wat betekent deze zin? Jij zou de afwas vandaag doen. Jij doet de afwas vandaag. De afwas is bijna klaar. Jij hebt de afwas niet gedaan. Jij moet de afwas doen. Jij hebt de afwas niet gedaan. Jij hoeft de afwas niet te doen. Jij hebt de afwas gedaan. De afwas is klaar. 26. Wat betekenen deze zinnen?A. Als ik jou was, zou ik geen nieuwe auto kopen.B. Als ik veel geld zou hebben, zou ik een nieuwe auto kopen.C. Jij zou de afwas vandaag doen. A- een verwijt, beschuldiging, B - een droom, C - advies A- advies, B - een verwijt, beschuldiging, C - een droom A- een droom, B - advies, C - een verwijt, beschuldiging A- advies, B - een droom, C - een verwijt, beschuldiging27. Welke zin is correct? Ik moet niet werken. Ik hoef niet werken. Ik hoef niet te werken. Ik moet niet te werken.28. Welke zin is correct? Ik begin je begrijpt. Ik begin je te begrijpen. Ik begin je begrijpen. Ik begin je niet begrijpen. Ik begin je te niet begrijpen.29. Welke zin is correct? Ze vragen morgen ze te komen. Ze vragen ze morgen komen. Ze vragen ze morgen niet te komen. Ze vragen niet ze morgen komen.30. Welke zin is correct? Philippe vergeet niet Maria uitnodigen. Philippe vergeet Maria niet uitnodigen. Philippe vergeet Maria niet te uitnodigen. Philippe vergeet Maria niet uit te nodigen.31. Welke zin is correct? Anna besluit om Nederlands niet leren. Anna besluit om Nederlands niet te leren. Anna besluit om geen Nederlands leren. Anna besluit om geen Nederlands te leren.32. Welke zin is correct? De kast komt niet in de woonkamer staan. De kast komt in de woonkamer niet te staan. De kast komt niet in de woonkamer te staan. De kast komt in de woonkamer niet staan.33. Welke zin is correct? Jij zit op jouw werk slapen. Jij zit op jouw werken slapen. Jij zit op jouw werk te slapen. Jij zit op jou werken te slapen.34. Welke zin is correct?